Veel mensen weten dat een notaris een universitaire opleiding heeft afgerond, maar niet iedereen kent de hele route die je moet afleggen voordat je officieel de titel “notaris” mag dragen. We zetten de stappen voor je op een rij.
1. De universitaire opleiding
De weg begint met de studie Notarieel Recht aan de universiteit. Deze bachelor- en masteropleiding duurt in totaal minimaal vier jaar. Tijdens de studie leer je alles over familierecht, erfrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht – de kerngebieden van het notariaat.
2. De beroepspraktijk: kandidaat-notaris
Na het afronden van de studie ga je aan de slag als kandidaat-notaris. Dit is te vergelijken met de rol van een advocaat-stagiair. Je werkt op een notariskantoor en doet praktijkervaring op. Als kandidaat-notaris mag je bijna alle werkzaamheden van een notaris uitvoeren, maar altijd onder verantwoordelijkheid van een benoemde notaris.
3. De beroepsopleiding
Naast het werk volg je de Beroepsopleiding Notariaat. Deze opleiding duurt drie jaar en bereidt je voor op de praktijk van het vak. Hier komen juridische verdieping, praktijkvaardigheden en ethiek samen.
4. Benoeming tot notaris
Na afronding van de beroepsopleiding en voldoende praktijkervaring kun je de stap zetten naar het notariaat als zelfstandig notaris. Dit gaat niet vanzelf: dit is een heel proces dat je door moet (ondernemingsplan, psychologische en financiële toets, verschijning voor een commissie van deskundigen), de benoeming gebeurt officieel door de Koning, op voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid.
5. Continu leren
Ook na de benoeming stopt het leren niet. Notarissen zijn verplicht jaarlijks cursussen en trainingen te volgen om hun kennis up-to-date te houden.